Zo combineer je wifi met een bekabeld netwerk
Bij wifiinstallateur.nl combineren we jaren ervaring in wifi-installaties, netwerkoptimalisatie en zakelijk wifi-beheer met concrete stappen die je direct kunt toepassen. Deze handleiding legt uit hoe je wifi en bedraad netwerk samenwerkt voor maximale stabiliteit en snelheid — thuis of op kantoor.
Geen theorie alleen: checklists, testcommando’s en configuratievoorbeelden zodat je snel resultaat ziet. Hieronder vind je praktische tips en handvatten voor ontwerp, bekabeling, access points, PoE, VLANs, mesh-systemen en meetmethodes.
Stap 1 — Plan je netwerk: zones, capaciteit en backhaul
Maak eerst een eenvoudige plattegrond en noteer waar apparaten staan (computers, printers, camera’s, smart-tv). Bepaal per ruimte de benodigde capaciteit: grenswaarden zijn richtlijnen — 1–5 apparaten = licht, 6–20 = gemiddeld, >20 = zwaar.
- Prioriteer bekabeld: vaste werkplekken, servers, AP-controllers en streamingapparatuur op gigabit-kabel.
- Plan één switch per vloer/ruimtecluster; plaats de router/gateway centraal met trunk naar switches.
- Kies bekabelde backhaul voor mesh/APs waar mogelijk: een fysieke ethernetkabel per AP geeft consistente throughput en vermindert latency.
Stap 2 — Kies de juiste bekabeling en hardware
Gebruik minimaal Cat6 voor gigabit en toekomstige proofing. Voor PoE APs kies je een switch met voldoende PoE-powerbudget (bereken: aantal APs × AP-wattage × 1.2).
- APs: kies Wi‑Fi 6 (802.11ax) of hoger voor betere multi-client performance en OFDMA.
- Switch: managed gigabit met VLAN-ondersteuning en PoE+-poorten (802.3at) of PoE++ indien nodig.
- Kabeltester: Fluke of budgettester voor continuity en pair-map; voor lange runs meet je crosstalk en attenuation.
Stap 3 — Verkabeling uitvoeren: praktische stappen
Stappen voor nette, betrouwbare bekabeling:
- Markeer kabelroutes en vermijd zware elektrische leidingen om ruis te voorkomen.
- Trek kabels met maximaal 90° bochten, niet strakker; gebruik trekveer en bladmessen correct.
- Termineer op RJ45 met Cat6 connectoren of in patchpanelen; maak korte patchkabels tussen patchpaneel en switch.
- Label elk uiteinde met ruimte en poortnummer.
- Test elke kabel met tester: continuity, pair-swap en lengte. Voldoet het niet aan Cat6, hertermineren of vervangen.
Stap 4 — Access points installeren en configureren
Gebruik waar mogelijk bekabelde APs. Volg deze installatievolgorde:
- Montage: plaats APs in het platte plafond/centrale positie voor gelijkmatige dekking. Niet in hoeken of achter meubels.
- Voedingskeuze: PoE van switch of PoE-injector; controleer PoE-budget. Power LED controle na aansluiting.
- Netwerkconnectie: sluit AP aan op managed switchpoort geconfigureerd als trunk (indien VLANs) of access voor single SSID.
- SSIDs en VLANs: koppel SSID aan VLAN-tag (bijv. staff VLAN 10, guest VLAN 100, IoT VLAN 20).
- Roaming: activeer 802.11r/k/v waar ondersteund; stel hetzelfde SSID en wachtwoord in op alle APs (bij losse APs onder één controller).
Stap 5 — Mesh-systemen: wanneer bekabeld backhaul en hoe anders?
Mesh is handig bij moeilijke bekabeling. Gebruik bekabelde backhaul altijd wanneer mogelijk. Als dat niet kan, kies mesh met een dedicated wireless backhaul-band (bijv. tri-band systemen met 5 GHz backhaul).
- Bekabelde backhaul: sluit elke node bedraad aan op een switch. Configureer nodes als access points (geen NAT/Router mode).
- Draadloze backhaul: plaats nodes binnen zichtlijn of op één verdieping onderbrekingsvrij; zorg dat nodes niet op uiterste rand van dekking staan.
- Set-up tip: bij tri-band systemen reserveer altijd de hoogste band voor backhaul en stel QoS in.
Stap 6 — VLANs, DHCP en firewalling voor zakelijk wifi-beheer
VLANs scheiden verkeer en verbeteren veiligheid. Basisopzet voor klein kantoor:
- VLAN 10 — Staff: DHCP 192.168.10.0/24
- VLAN 20 — IoT: DHCP 192.168.20.0/24 met beperkte toegang
- VLAN 100 — Guest: DHCP 192.168.100.0/24, internet-only via firewall rules
Configuratiestappen:
- Maak VLANs aan op router/firewall en switch.
- Gebruik trunk ports tussen router en switch, en tussen switch en AP (tag alle relevante VLANs).
- Configureer DHCP scopes per VLAN op router of dedicated DHCP-server.
- Maak firewallregels: guest->internet toegestaan, guest->internal netwerk geblokkeerd.
Stap 7 — Kanaalplanning en transmit power instellingen
Automatisch is oké, maar handmatige optimalisatie levert betere resultaten in drukke gebieden.
- Scan omgeving met Wi‑Fi Analyzer (Android) of inSSIDer. Noteer overlappende kanalen en sterke interferentiebronnen.
- 2.4 GHz: gebruik alleen kanalen 1, 6 of 11 (NL/BE); vermijd automatische frequentiesturing die vaak schakelt.
- 5/6 GHz: gebruik auto of handmatige keuze op basis van scan; 6 GHz is rustiger als je apparaten dat ondersteunen.
- Transmit power: stel APs op 60–80% vermogen in, begin laag en verhoog waar nodig; voorkom overlap en co-channel contention door vermogen juist in te stellen.
Stap 8 — QoS, band steering en airtime fairness
Zet prioriteit op latency-kritische toepassingen en dwing oudere apparaten niet steeds bandbreedte op.
- QoS: geef VoIP en video prioriteit op router/switch.
- Band steering: schakel in zodat dual-band clients naar 5 GHz worden geleid.
- Airtime fairness: inschakelen op APs voorkomt dat trage 2.4 GHz devices de hele tijd airtime opsouperen.
Stap 9 — Testen: meetbare checks die je nu kunt doen
Voor betrouwbare tests heb je een bedrade laptop en een WiFi-client nodig (smartphone/laptop). Voer deze tests uit:
- Linkspeed check: bekabeld naar switch: ipconfig /all of ifconfig; controleer NIC link speed (1000 Mbps).
- Throughput test met iperf3: zet iperf3 server op bedrade PC: iperf3 -s. Op WiFi-client: iperf3 -c
-P 4 -t 30. Doel: binnen 20–30% van bekabelde gigabit resultaat bij meerdere radio’s/wanneer backhaul bekabeld is. - Latency en jitter: ping -c 100
en meet gemiddelde en standaarddeviatie; jitter >10 ms is problematisch voor real-time apps. - Roaming test: loop door het gebouw met VoIP-call of video stream en observeer packet loss/latency spikes bij AP-handover.
- Guest isolation test: verbind met guest SSID en controleer of je interne resources (NAS/SMB/Printers) bereikt — dit moet niet mogelijk zijn.
Stap 10 — Monitoring en onderhoud
Blijf meten en loggen. Stel alerts in op AP-down en hoge latency.
- Gebruik SNMP en een eenvoudige monitoring tool (Zabbix/PRTG) voor uptime en CPU/RF-levels.
- Bewaar firmware-updates; test updates eerst op één AP voordat je netwerkbreed uitrolt.
Praktische voorbeeldconfiguratie voor kleine kantooromgeving
Simplified voorbeeld: Router(verkeer/Firewall) — Trunk — Managed Switch (VLANs) — PoE Switch — APs. DHCP en firewall op router.
VLAN 10: staff 192.168.10.0/24 VLAN 20: IoT 192.168.20.0/24 VLAN 100: guest 192.168.100.0/24 Switch trunk naar AP: tags 10,20,100 AP SSID Staff -> VLAN 10 (WPA2/WPA3, 802.11r on) AP SSID Guest -> VLAN 100 (captive portal + bandwidth limit)
Veelgemaakte fouten en directe oplossingen
- Fout: AP op router-positie met NAT — Oploss: zet AP in bridge/access-point mode en maak DHCP centraal via router.
- Fout: geen VLANs voor IoT — Oploss: maak IoT VLAN en beperk toegang tot interne servers via firewall.
- Fout: wireless-only mesh bij hoge bandbreedtebehoefte — Oploss: leg bekabelde backhaul naar belangrijkste nodes of upgrade naar tri-band met dedicated backhaul.
Checklist die je direct kunt doorlopen (5 minuten snelcheck)
- Zijn alle vaste werkstations op kabel aangesloten? Zo niet, verbind de meest gebruikte apparaten bedraad.
- Is elk AP via ethernet aangesloten of ten minste op een goede plek? Label en test ieder kabelpaar.
- Heb je VLANs voor guest/IoT en zijn firewallregels ingesteld? Test isolatie met een guest-device.
- Voer een iperf3-test uit tussen bedrade server en WiFi-client: iperf3 -c <server_IP> -P 4 -t 30.
- Scan wifi-kanalen en zet 2.4 GHz op 1/6/11; stel 5 GHz handmatig in als interferentie aanwezig is.
Praktische tip: maak één meetmoment-moment per week vast (10 minuten) met iperf3 en ping naar je gateway en sla resultaten op; zo zie je snel regressies in snelheid of latency.