Mesh-wifi versus access points: wat is beter? Bij wifiinstallateur.nl weten we dat “wat is beter” niet één antwoord kent — het hangt af van gebouw, gebruikersaantallen en gewenste prestaties. In dit artikel zetten we de bruikbare feiten, concrete stappen en meetbare tests naast elkaar, zodat zowel ondernemers als particulieren direct beslissingen kunnen nemen en implementeren.
Onderstaande adviezen zijn praktisch, technisch en getestbaar: van planning en bekabeling tot configuratie, meetmethodes en fixes. Gebruik onze stappen om binnen een dag een betrouwbare vergelijking en een werkende oplossing te hebben.
Wanneer kies je mesh? Concrete tips
Gebruik mesh-wifi als je situatie aan één of meer van de volgende voorwaarden voldoet:
- Geen of moeilijk te leggen netwerkkabels tussen verdiepingen/ruimtes.
- Thuis of klein kantoor met maximaal ~30–50 gelijktijdige devices per netwerk (afhankelijk op apparaat).
- Je wilt snelle installatie en eenvoudige beheerinterface zonder diep netwerkwerk.
Stap-voor-stap implementatie (mesh): 1) Plaats primaire node bij bestaande modem/router; 2) Plaats extra nodes op zichtlijnen en op logische ruimten (halverwege dode hoeken); 3) Prioriteer bedrade backhaul indien mogelijk (zie “bekabeling”); 4) Schakel bandsteering en 5GHz-voorkeur in; 5) Voer throughput-test uit tussen primaire en achterste node met iperf3 of Speedtest-app.
Testwaarden: bij draadloze backhaul accepteer je ~40–60% van de theoretische link-throughput bij één hop minder; bij tri-band mesh met dedicated backhaul verwacht je ~70–90%.
Wanneer kies je klassieke access points (AP)? Concrete tips
Kies losse access points als je controle, schaalbaarheid en performance wilt:
- Zakelijke omgeving, scholen, winkels of high-density omgevingen (>50–100+ devices).
- Je hebt Cat5e/Cat6 bekabeling en PoE-switches beschikbaar.
- Je hebt behoefte aan VLAN-segmentatie, captive portal, geavanceerde QoS en professionele monitoring.
Stap-voor-stap implementatie (AP): 1) Plan layout met site survey (zie hieronder); 2) Leg kabels naar montagelocaties en monteer PoE-APs; 3) Configureer centrale controller of cloud management; 4) Reserveer aparte VLANs voor gast/IoT/zakelijk; 5) Activeer 802.11r/k/v voor snelle roaming; 6) Test roaming met continue ping en meet throughput met iperf3.
Netwerkontwerp en site survey — praktische aanpak
1) Maak een plattegrond met muren en materialen. 2) Gebruik een gratis tool (NetSpot, Ekahau trial of WiFi Analyzer) voor een pre-deploy survey of loop met smartphone-app en noteer RSSI op kritische plekken. 3) Doelwaarden: overal beter dan -67 dBm voor betrouwbare data, beter dan -65 dBm voor VoIP/video. 4) Plaats APs/nodes zodanig dat overlap 5–10 dB is (niet te veel). 5) Plan backhaul: indien mogelijk altijd bekabeld — dat is standaard voor zakelijke installaties.
Bekabeling en PoE — concrete installatie-eisen
1) Gebruik minimaal Cat5e voor gigabit, Cat6 aanbevolen voor toekomstproofing en PoE-budget. 2) Gebruik PoE-switches: 802.3af voor lage-vermogen APs, 802.3at (PoE+) of 802.3bt voor high-end of meer modellen tegelijk. 3) Bereken PoE-budget: sommeer max watt per AP + 30% buffer. 4) Plaats switches centraal met redundantie (LACP) voor zakelijke netwerken. 5) Test kabels met kabeltester en verifieer gigabit link voor iedere AP.
Configuratie: SSID-design, VLANs, beveiliging en roaming
Stap-voor-stap configuratie:
- SSID-strategie: één SSID voor personeel, één voor gasten, één voor IoT (geringere security).
- VLANs: map elke SSID naar een eigen VLAN op switch en firewall; test isolation via twee apparaten op hetzelfde SSID maar verschillende VLANs.
- Beveiliging: gebruik WPA2/WPA3-AES; vermijd legacy WEP/TKIP. Voor zakelijke netwerken: 802.1X met RADIUS.
- Roaming: activeer 802.11r en k/v indien ondersteund; configureer lage drempel voor sticky-client mitigation (client-roaming threshold ~-70 dBm).
- QoS: markeer VoIP en critical traffic; gebruik DSCP-mapping op router/firewall.
Backhaul: bekabeld vs draadloos — hoe kies je
Rule-of-thumb: altijd bekabeld als het kan. Concrete effecten:
- Bekabeld backhaul: volledige AP-datarate beschikbaar voor clients; stabiel; eenvoudig te schalen.
- Draadloos backhaul (single-band): halveert vaak doorvoersnelheid bij multi-hop; acceptabel voor lichte use-cases maar niet voor HD-video/zakelijke applicaties.
- Tri-band mesh met dedicated backhaul: vergelijkbaar met bekabeld in praktijk, mits nodes tri-band en backhaul-band exclusief blijft.
Aanbeveling: waar mogelijk één Cat6 per node en configureer Ethernet backhaul. Als bekabeling onmogelijk is, kies tri-band mesh met sterk merk en test throughput per hop.
Prestatietests: meetmethodes en doelwaarden (stap-voor-stap)
1) Baseline: meet internet-snelheid bij modem met bedrade client (Speedtest) — dit is upper bound. 2) Meting per zone: gebruik iperf3 tussen een bedrade PC en een wireless client op dezelfde AP; noteer throughput, jitter, packet loss. 3) Roaming-test: start continue ping (ping -t gateway) en loop van AP naar AP; acceptable: <200 ms korte spikes tijdens roaming, geen meer dan 1–2 seconden drop voor 802.11r; zonder r kan 2–5s voorkomen.
Doelwaarden: throughput minimaal 40–50% van internet-bound voor draadloze backhaul bij één hop; latency <30 ms voor lokale services; packet loss <1%.
Probleemoplossing: concrete fixes
Issue: zwak signaal in kamer. Fix: verplaats AP/node 1–2 meter weg van obstakels, verlaag zendvermogen in veel overlappende zones en richt antennes; meet RSSI opnieuw. Issue: trage throughput ondanks goede RSSI. Fix: controleer backhaul (wired vs wireless), iperf3 tussen AP en controller; activeer channel-width 20/40/80 afhankelijk op 5GHz; reduceer overlap en schakel DFS kanalen indien interferentie.
Issue: clients blijven plakken op verzwakt signaal. Fix: activeer 802.11r, stel minimum RSSI handmatig of enable client steering op controller.
Zakelijk beheer & monitoring — wat moet je inrichten
1) Centrale controller of cloud-management (UniFi/Aruba/Cisco Meraki etc.) voor overzicht en rollouts. 2) Logging & alerts: device-down, high packet loss, CPU-high. 3) Guest captive portal met bandbreedte-limiet en VLAN-separatie. 4) Periodieke site-survey (kwartaal) en maandelijkse rapporten: uptime, client-count, channel-conflict.
Concrete checklist voor eerste dag implementatie
- Voer speedtest op bedrade client bij modem (noteer resultaten).
- Survey met NetSpot/WiFi Analyzer en markeer plekken met < -67 dBm.
- Leg minimaal Cat5e/Cat6 naar geplande AP-locaties; test kabels.
- Installeer APs/nodes, configureer SSID/VLAN/WPA3 en activeer 802.11r.
- Voer iperf3-test: bedraad ↔ wireless per AP; documenteer throughput en latency.
- Loop roaming-test met continue ping en noteer drops/packets lost.
Praktische tip/check: voordat je live gaat, maak één eenvoudige test: verbind een laptop bedraad aan switch en een smartphone wifi-client aan geplande SSID op dezelfde AP, start iperf3-server op laptop, iperf3-client op telefoon (of Speedtest naar bedrade server) en noteer throughput — als je >50% van je internet-upstream haalt per gebruiker in kritische zones, is je installatie waarschijnlijk goed; anders: bekabel de backhaul of herplaats APs.