Zo voorkom je dode wifi-zones in huis

Dode wifi-zones zijn frustrerend en kosten tijd en productiviteit. Als dé expert in wifi-installaties, netwerkoptimalisatie, mesh-systemen, bekabelde oplossingen en zakelijk wifi-beheer helpt WifiInstallateur.nl je stap voor stap zodat je weer stabiele dekking hebt in elke ruimte.

Onderstaande aanpak is direct toepasbaar voor ondernemers en particulieren: meet, analyseer, pas aan en test opnieuw. Geen vaag advies maar concrete handelingen, meetwaarden en tools die je meteen kunt gebruiken.

Stap 1 — Start met een baseline: meet je huidige situatie

Voordat je adapten, meet eerst. Doe deze 3 baseline-tests en noteer de resultaten per kamer:

  1. Internet bij modem: verbind een laptop direct met kabel aan je modem/router en meet snelheid via Speedtest.net. Noteer download/upload en latency.
  2. Wifi signaal en snelheid per kamer: gebruik een smartphone met apps zoals NetSpot (iOS/Android) of WiFi Analyzer (Android). Meet RSSI (dBm) en Speedtest in minimaal drie punten per kamer: dichtbij AP, midden en uiterste hoek.
  3. Lokale netwerktest: gebruik iperf3 tussen twee apparaten op hetzelfde netwerk (één bedraad, één draadloos) om interne throughput en latency te meten.

Maak een eenvoudige tabel: kamer | afstand tot router | RSSI | download | latency. Die data maakt alle vervolgstappen toetsbaar.

Wat betekenen de meetwaarden? Handige drempels

Gebruik deze concrete normen om te beslissen:

  • RSSI >= -67 dBm = goede dekking voor video/voIP.
  • RSSI tussen -68 en -75 dBm = redelijke dekking, mogelijk bufferingen bij hoge belasting.
  • RSSI < -75 dBm = zwak signaal, kans op dode zone.
  • SNR (signaal-ruisverhouding) > 20 dB = acceptabel; meer is beter.
  • Lokale latency < 30 ms en jitter < 10 ms = geschikt voor realtime toepassingen.

Stap 2 — Plaatsing van je access point(s): regels en quick fixes

Verplaats je router/AP volgens deze regels; test na elke verandering:

  1. Zet het AP centraal en zo hoog mogelijk (plafond of hoge kast), niet in een metalen kast of achter de tv.
  2. Vermijd obstakels tussen AP en gebruiksplek: betonwanden, schoorsteen, grote spiegels of aquaria beschadigen signaal sterk.
  3. Houd minimaal 1 meter vrije ruimte rondom het AP en richt het niet direct op vloeren/ muren.
  4. In meerlaagse huizen: plaats AP’s per verdieping verticaal verspringend, niet exact boven elkaar.

Stap 3 — Channel management en instellingen die echt werken

Interferentie is een veelvoorkomende oorzaak van dode zones. Volg deze stappen:

  1. Scan kanalen met je app en kies vrije 2.4 GHz kanalen: 1, 6 of 11. Gebruik het kanaal met de minste overlap.
  2. Stel 2.4 GHz breedte op 20 MHz; 40 MHz veroorzaakt meer interferentie en weinig voordeel bij congestie.
  3. Voor 5 GHz gebruik 40/80 MHz waar mogelijk, maar test: hogere breedte helpt alleen als er weinig nabije netwerken zijn.
  4. Activeer band steering zodat dual-band clients naar 5 GHz worden gestuurd wanneer dat beter is.
  5. Zet legacy rates (802.11b) uit als mogelijk; dit verhoogt throughput voor moderne clients.

Stap 4 — Mesh-systemen: slim inzetten met wired backhaul

Een mesh kan dode zones oplossen, maar alleen als je nodes goed positioneert en idealiter bekabelt:

  1. Plaats mesh-nodes zodanig dat de signaalsterkte tussen nodes ongeveer -60 tot -65 dBm is. Te zwak vermindert performance.
  2. Wired backhaul (Ethernet) tussen hoofdunit en nodes is sterk aan te raden. Dit geeft de volle bandbreedte door en voorkomt halvering van draadloze capaciteit.
  3. Als bedraad niet mogelijk is: plaats nodes dichterbij (max 1-2 kamers verwijderd) zodat linkkwaliteit hoog blijft.
  4. Gebruik PoE-switches voor opslag van nodes of extra AP’s in zakelijk gebruik; dat vereenvoudigt montage en stroomvoorziening.

Stap 5 — Bekabelde oplossingen: wanneer en hoe

Bekabeling is definitief de beste oplossing voor harde eisen (voIP, video, werkstations):

  1. Leg Cat6 of hoger naar vaste werkplekken en naar plekken waar je mesh/AP’s wil plaatsen. Gebruik PVC-vrije kabels in wanden waar nodig.
  2. Installeer een patchpanel en een managed PoE-switch zodat je AP’s centraal beheert.
  3. Voor zakelijke omgevingen: gebruik VLANs voor guest/IoT/bedrijf en configureer QoS voor prioritering van voice en belangrijk verkeer.

Stap 6 — Capaciteitsplanning voor zakelijke wifi

Zakelijk wifi vereist planning, niet alleen hardware. Gebruik deze vuistregels:

  • Voor lichte kantoorbelasting: reken op 20–30 clients per AP.
  • Voor toegepaste omgevingen (vergaderruimtes, kantines): 10–20 clients per AP en extra AP’s gericht op dichtbevolkte zones.
  • Gebruik een heatmap-tool (NetSpot of Ekahau) tijdens kantooruren met volledige belasting om daadwerkelijke dekking te meten.

Stap 7 — Security en beheer: houd het betrouwbaar

Ongezond netwerkgedrag kan leiden tot haperingen en dode zones. Doe dit direct:

  1. Gebruik WPA2-PSK minimaal, bij zakelijke gebruikers kies WPA2/WPA3 Enterprise met RADIUS.
  2. Segmentatie: zet gasten en IoT op aparte VLANs met beperkte bandbreedte.
  3. Update firmware van router/AP en schakel automatische updates in voor security patches.
  4. Gebruik centraal beheer (cloud controller of lokale controller) voor monitoring en eenvoudig herconfigureren.

Stap 8 — Concrete troubleshooting checklist

Als je na bovenstaande stappen nog dode zones ervaart, doorloop deze checklist en voer tests uit:

  1. ISP-check: meet snelheid direct aan de modem met kabel. Is deze significant lager dan afgesproken? Neem contact op met je provider.
  2. AP-kwaliteit: vervang tijdelijk je AP door een andere (of smartphone hotspot) om hardwarefouten uit te sluiten.
  3. Interferentie elimineren: zet magnetrons, babyfoons en Bluetooth-apparaten tijdelijk uit en check effect op RSSI.
  4. Firmware rollback/test: sommige firmware-updates kunnen regressies bevatten; test met alternatieve firmware of anders model.
  5. Lokale LAN-test: iperf3 tussen twee bedrade machines; bij lage throughput ligt het probleem vaak in bekabeling of switch.

Tools en concrete apps die je nu kunt gebruiken

Direct toepasbare tools met korte instructies:

  • NetSpot (macOS/Windows/iOS/Android): maak een snelle heatmap rond je huis, loop met het device en sla punten op.
  • WiFi Analyzer (Android): scan kanalen en signaalsterktes, kies beste 2.4 GHz-kanaal.
  • iperf3 (Windows/Linux/macOS): installeer op twee apparaten en voer: iperf3 -s op server en iperf3 -c server-ip op client om throughput te testen.
  • Speedtest.net: meet internet naar buiten; gebruik meerdere servers en tijdstippen.

Veelvoorkomende valkuilen en hoe je ze voorkomt

Voorkom deze fouten die wij vaak tegenkomen bij installatie en beheer:

  • Alles-op-één-consumentrouter: vervang door router + losse AP’s of een professioneel mesh met wired backhaul.
  • Te veel canalbreedte op 2.4 GHz: altijd 20 MHz bij congestie.
  • AP’s te dicht of exact overlappend: creëer kleinere cellen en pas transmit-power aan om co-channel interference te beperken.

Laatste praktische tip voor directe toetsing

Loop met je smartphone en een speedtest-app alle kamers in 10-seconden-intervallen en noteer RSSI en download. Als je twee punten in een kamer onder -75 dBm scoren: plan dan een bekabelde AP of mesh-node binnen een ruimte afstand en test opnieuw. Deze concrete check vertelt je binnen 15 minuten waar de volgende verbetering moet worden doorgevoerd.