Frequentiekanalen bepalen in hoge mate hoe goed je wifi werkt. Overvolle kanalen, verkeerde kanaalbreedtes en onjuiste kanaalkeuze veroorzaken lage doorvoer, korte bereik en veel reconnects — vooral in kantooromgevingen en appartementencomplexen. Als dé expert in wifi-installaties en netwerkoptimalisatie leggen we helder uit wat kanalen doen en hoe je ze concreet optimaliseert.
Hieronder vind je directe, testbare stappen voor 2,4 GHz, 5 GHz (en 6 GHz waar relevant), mesh-systemen, bekabelde oplossingen en zakelijk wifi-beheer. Geen vage theorie: alleen toepasbare handelingen, meetcommando’s en beslisregels die je vandaag kunt uitvoeren.
Tip 1 — Basiskennis: co-kanaal vs overlappende kanalen en waarom 1-6-11
In 2,4 GHz overlappen kanalen elkaar; alleen 1, 6 en 11 zijn niet-overlappend (in Europa). Gebruik daarom standaard 20 MHz en kies 1, 6 of 11. Overlappende kanalen veroorzaken tijdelijk verlies door interferentie en verlagen de throughput. In 5 GHz heb je veel meer niet-overlappende kanalen en kun je breder binden (40/80/160 MHz) — maar alleen als het spectrum rustig is.
Tip 2 — Stap-voor-stap: kanaalanalyse uitvoeren
Voer altijd eerst een meetronde uit. Gebruik één van deze tools en noteer SSID, kanaal, RSSI en kanaalbreedte:
- Windows: open opdrachtprompt en voer
netsh wlan show networks mode=bssid
uit.
- macOS: open Terminal en voer
/System/Library/PrivateFrameworks/Apple80211.framework/Versions/Current/Resources/airport -s
uit.
- Linux:
sudo iwlist scan | egrep "ESSID|Frequency|Channel|Signal"
.
- Grafische tools: NetSpot, WiFi Analyzer (Android), Ekahau, Vistumbler.
Documenteer welke kanalen het drukst zijn en noteer de ruis(-floor). Ruis onder -90 dBm is goed; hoger (bv. -80 dBm) betekent veel achtergrondinterferentie.
Tip 3 — Concrete aanpassingen voor 2,4 GHz
- Stel kanaalbreedte op 20 MHz (voorkom 40 MHz binds tenzij zeer rustig spectrum).
- Kies tussen 1, 6 of 11: selecteer degene met de laagste bezetting en laagste ruis.
- Verlaag transmit power waar meerdere AP’s elkaar overlappen om co-channel congestie te verminderen. Richtwaarde: APs zo instellen dat overlap in de middellijn ~ -65 dBm levert.
- Schakel legacy rates uit (802.11b) op zakelijke AP’s om airtime te besparen.
Tip 4 — Concrete aanpassingen voor 5 GHz en 6 GHz
5 GHz biedt veel kanalen; gebruik deze richtlijnen:
- Gebruik 20/40/80 MHz afhankelijk van dichtheid: 20 MHz in drukke omgevingen, 80 MHz voor hoge throughput in rustige omgevingen, 160 MHz alleen als je zeker weet dat er weinig concurrentie is.
- DFS-kanalen (52–144) bieden ruimte maar kunnen APs tijdelijk verplaatsen bij radar-detectie. Voor kritische toepassingen: vermijd DFS of test gedrag eerst grondig.
- Activeer band steering zodat clients eerst 5 GHz proberen. Meet client-roaming en compatibiliteit met Wi-Fi 6/6E devices.
Tip 5 — Mesh-systemen: backhaul en kanalen optimaal instellen
Probleem: draadloze mesh-backhaul deelt spectrum met client verkeer en halveert vaak de throughput. Oplossingen:
- Gebruik bekabelde (Ethernet) backhaul waar mogelijk — altijd de voorkeur voor zakelijke installaties.
- Als draadloos onvermijdelijk is: configureer een dedicated backhaulband (5 GHz of 6 GHz) en kies een eigen kanaal of kanaalset voor de backhaul. Op consumentenmesh: zet “dedicated backhaul” aan of gebruik één AP als wired gateway.
- Vermijd automatische kanaalrotatie zonder site survey; automatische keuzes kunnen leiden tot frequent wisselen bij drukte.
Tip 6 — Zakelijk kanaalplanning: stappenplan
- Stap 1: Site survey met spectrum analyzer (hardware of Ekahau + spectrum tool) en maak heatmap van RSSI en interferentie.
- Stap 2: Maak kanaalplan (5 GHz voorkeur) op basis van kanaalre-use: vermijd naburige APs op hetzelfde kanaal binnen bereik.
- Stap 3: Configureer transmit power per AP en set de minimale RSSI voor associatie (bijv. -70 dBm) zodat cliënten bij handover niet aan een zwakke AP blijven hangen.
- Stap 4: Test met iperf3 en real-world applicaties (VoIP, VPN, cloud apps) en pas aan op basis van metingen.
Tip 7 — Meetmethodes en testcases die je onmiddellijk kunt draaien
Gebruik deze tests vóór en ná je wijzigingen om effect te meten:
- Throughput: iperf3 server op bekabelde machine, client op wifi-apparaat. Commando server:
iperf3 -s
. Client:
iperf3 -c SERVER_IP -P 4 -t 30
.
- Real-life: voer bestandsoverdracht van SMB/FTP en meet latency tijdens piekbelasting.
- Latency & packetloss:
ping -n 100 8.8.8.8
(Windows) of
ping -c 100 8.8.8.8
(mac/linux) en controleer jitter/packetloss.
- Client-Side logs: op mobiel of laptop meet RSSI en SNR; doel SNR > 25 dB voor betrouwbare verbindingen.
Tip 8 — Diagnose van bronnen van interferentie
Interferentie kan uit niet-wifi bronnen komen: microgolf, Bluetooth, DECT-telefoons, draadloze beveiligingscamera’s en Zigbee. Stappen:
- Gebruik spectrum analyzer om te zien of ruis constant is (non-wifi) of pulserend (DECT, microgolf).
- Verplaats kritische APs fysiek weg van storingsbron of plaats metalen obstakels of RF-absorberende materialen tussen bron en AP.
- Als bron niet te vermijden is, verplaats SSID/clients naar 5 GHz of 6 GHz waar die storingsbronnen minder invloed hebben.
Tip 9 — Router/AP instellingen: concrete instellingen om te veranderen
- Zet 2,4 GHz op 20 MHz en kies kanaal 1/6/11 handmatig.
- Voor 5 GHz: zet kanaalbreedte op 80 of adaptief; schakel DFS uit op AP’s waar betrouwbaarheid boven maximale throughput gaat.
- Activeer airtime fairness, band steering en QoS voor zakelijke SSID’s (VoIP prioriteit).
- Stel minimale data rates in (bijv. 6 Mbps voor 2,4 GHz) om airtime door legacy clients te verminderen.
Tip 10 — Bekabelde oplossingen en waarom ze kanaalproblemen oplossen
Elke meter Ethernet die het draadloze backhaul vervangt, vergroot de capaciteit en stabiliteit. Gebruik PoE-switches en VLAN-segregatie voor netwerkbeheer:
- Voordeel: geen spectrumcongestie, lagere latency, makkelijker management via controller.
- Implementatie: leg CAT6/6A naar belangrijke AP-locaties; gebruik LACP en QoS op switches voor aggregatie van backhaul.
Laatste praktische check die je nu direct kunt doen
Voer deze korte test in 10 minuten uit en kijk of kanaalwissel helpt:
- Meet de huidige situatie: open een terminal en voer iperf3-test (server op bedrade PC, client op wifi) voor 30s. Noteer Mbps en packetloss.
- Scan het spectrum met NetSpot of WiFi Analyzer en kies een alternatief kanaal (2,4 GHz: 1/6/11; 5 GHz: kanaal met laagste gebruik).
- Log in op je router of controller, wijzig het kanaal handmatig, bewaar en force een reconnect van één client.
- Herhaal de iperf3-test en vergelijk throughput en packetloss. Als verbetering <10%: probeer andere kanaal of verminder power/width instellingen.
Deze check laat snel zien of kanaalkeuze het probleem was en geeft directe meetbare resultaten om je volgende stap te bepalen.