Direct werkende wifi in uw bedrijfspand begint met een plan, geen gok. Als specialist op wifi-installaties, netwerkoptimalisatie, mesh-systemen, bekabelde oplossingen en zakelijk wifi-beheer leggen we hier in heldere stappen uit wat werkt, wat niet werkt en welke tests u direct kunt uitvoeren.
Deze handleiding is bedoeld voor ondernemers en particulieren met een bedrijfspand: praktisch, stap-voor-stap en direct toepasbaar. Volg de stappen, voer de tests uit en kies de oplossing die past bij uw gebruikersaantal, applicaties en gebouwstructuur.
Stap 1 — Voer een site survey uit (voorbereiding die tijd en kosten bespaart)
Waarom: zonder survey raden installaties vaak mis. Doel: detecteer obstakels, afscherming (beton/ijzer), interferentie en gewenste dekking.
- Maak een plattegrond van het pand (PDF of PNG). Noteer kamers, verdiepingen, serverruimte en glas-/betonwanden.
- Gebruik tools: NetSpot (Windows/Mac), Wi‑Fi Analyzer (Android), of Ekahau/NetAlly voor professionele projecten.
- Loop het pand en meet: RSSI (signaalsterkte), SNR, en detecteer aanwezige SSID’s en kanalen. Leg meetpunten elke 5–10 meter vast in kantoorruimtes; elke 2–3 meter in vergaderzalen.
- Maak heatmaps met uw tool: identificeer ’dode zones’, overdekking en kanaalkleuring.
Stap 2 — Kies bekabeling en backbone (altijd de beste basis)
De regel: waar mogelijk bekabelen. Een bekabelde backbone geeft betrouwbaarheid, capaciteit en voorspelbaarheid.
- Kies kabel: minimaal Cat6 voor 1 Gbit; Cat6A of Cat7 voor 10 Gbit en omgevingen met veel EMI.
- Poortplanning: bereken aantal AP’s x PoE-per-AP + uplink. Tel 30% reserve voor toekomst. Voor PoE gebruik 802.3at (PoE+) of 802.3bt (PoE++/60–100W) als u high-power AP’s, camera’s of LED-schermen voedt.
- Kabelroute: minimale lengte tussen AP en switch <100 meter per standaard; gebruik SFP/SFP+ voor lange uplinks en tussen switches.
- Patchrack: plaats een centrale switch met voldoende PoE-ports, VLAN-ondersteuning en SFP+ uplinks.
Stap 3 — Access point keuze en plaatsing (dichtheid boven range)
AP-specificaties kiezen op basis van capaciteit, niet alleen bereik.
- Bepaal AP-type: indoor zakelijke AP’s (UniFi Pro, Aruba Instant, Cisco Meraki of Ruckus) boven consumenten-AP’s. Voor grote gebruikersdichtheid kies modellen met meerdere spatial streams en MU‑MIMO.
- Plaatsing: montage aan plafond of hoge wand, 2.5–3.5 meter hoogte ideaal; vermijd kabelgoten en metalen obstakels direct boven AP.
- Afstand/overlap: richt op -65 dBm grenst voor goede dekking. Bij kantoorwerk (web/email) 10–15 meter tussen AP’s; voor vergaderruimtes en open flexruimte 6–10 meter.
- Antenneoriëntatie: omnidirectionele AP’s centraal; richtantenne of sectorantenne bij lange gangen of distributiecentra.
Stap 4 — Mesh vs bekabeld AP-backbone (wanneer kies je wat)
Algemene regel: bekabeld > hybride > full-mesh.
- Bekabeld AP-netwerk: ideaal waar kabels mogelijk zijn. Voordelen: volledige capaciteit naar elk AP, lagere latency, eenvoudiger troubleshooting.
- Hybride oplossing: kabel naar switchopstappunten en mesh-links in lastige hoeken. Beperk mesh-hop tot 1 hop en gebruik dedicated backhaul (tri-band AP’s met separate backhaul) als mesh onvermijdelijk is.
- Full-mesh draadloos: enkel bij onmogelijk bekabelen locaties; verwacht 30–50% capaciteitsverlies per hop en plan extra AP’s om capaciteit te compenseren.
Stap 5 — Kanaalplanning en instellingen (technische keuzes die prestaties maken)
Standaardinstellingen mislukken vaak in drukke omgevingen. Voer deze aanpassingen uit:
- Kies kanaalbreedte: 2.4 GHz = 20 MHz; 5 GHz = 20/40/80 MHz afhankelijk van dichtheid. Gebruik 80 MHz alleen in lage-dichtheid of hoge-datavraag scenario’s.
- Vermijd DFS-kanalen tenzij u AP’s en monitoring heeft die automatisch interferentie met radars detecteren.
- Stel transmit power in per AP: begin op 60–70% vermogen en gebruik site survey om te fine-tunen—teveel vermogen veroorzaakt co-channel interference.
- Gebruik 5 GHz als primaire band voor bedrijfsverkeer; forceer bandsteering als AP dit ondersteunt zodat apparaten prefereren 5 GHz.
Stap 6 — Netwerksegmentatie en veiligheid (VLANs, firewall en auth)
Ondernemers: segmenteer om prestaties en veiligheid te garanderen.
- Maak minimaal drie VLANs: management (AP’s/switches), werknemers (zakelijk verkeer), gast (internet-only met captive portal).
- Stel firewall rules in: blokkeren van interne toegang tussen guest en bedrijfs-VLAN; beperk ook IoT/VLANs naar internet-only tenzij expliciet nodig.
- Authenticatie: gebruik WPA2-Enterprise of WPA3-Enterprise met RADIUS voor medewerkers. Voor kleine organisaties is WPA2/WPA3-PSK met sterk wachtwoord een noodoplossing.
- Maak backdoor management: beheer netwerken via een management-VLAN of cloud-controller met MFA voor beheerders.
Stap 7 — QoS en applicatieprioritering (belangrijk voor VoIP en video)
Zonder QoS concurreren realtime-apps met bulk-traffic.
- Identificeer kritische applicaties: VoIP, videoconferencing, point-of-sale.
- Implementeer QoS op switches en router: markeer DSCP of 802.1p tags. Prioriteer VoIP en video boven bulk-downloads en cloud-backups.
- Stel uplink-limieten op guest-VLAN en niet-kritische apparaten zodat zakelijke applicaties gegarandeerde bandbreedte houden.
Stap 8 — Testfase na installatie (valideren en meten)
Voer deze tests direct na installatie uit en documenteer resultaten.
- Signaal- en doorvoertest: maak een post-install heatmap en vergelijk met de pre-install survey. Doel: alle werkplekken > -67 dBm op 5 GHz of -70 dBm op 2.4 GHz.
- Throughput: gebruik iPerf3 tussen client en server in het LAN voor realistische metingen. Test per AP met 1–3 gelijktijdige clients.
- End-to-end latency: meet ping naar gateway/Internet en VoIP-servers. Doel: <50 ms intern, jitter <30 ms voor goed VoIP.
- Client-analyse: controleer her-associations en roam-behavior; gebruik manufacturer logs of cloud controller rapporten.
Stap 9 — Monitoring en onderhoud (voorkom problemen voordat ze gebeuren)
Installeer monitoring om trends en storingen te vangen.
- Gebruik SNMP, syslog en cloud-management voor alerts op packet loss, hoge CPU op AP’s, en storingen.
- Rapportage: bekijk gebruik per AP, piekuren, en client-count dagelijks/wekelijk. Pas capaciteit en QoS indien nodig aan.
- Firmwarebeleid: test firmware updates eerst in een pilot en rol gefaseerd uit.
Stap 10 — Hardware- en kostenoverwegingen (wat u echt nodig heeft)
Maak een korte checklist voor aanschaf:
- AP’s: specificatie met 802.11ac/ax, MU‑MIMO, en minimaal 2.5G uplink voor hoge doorvoeren.
- Switches: managed, PoE+ of PoE++, voldoende SFP+/10G uplinks en VLAN‑ondersteuning.
- Router/Firewall: throughput hoger dan uw internetverbinding x 1.5; ondersteuning voor VLANs, QoS, VPN en logging.
- Redundantie: 2 internetlijnen of een LTE-failover bij kritische continuïteit.
Praktische checklijst voor snelle zelftest (voer in 15 minuten uit)
- Loop met een smartphone door kantoor en noteer plekken met < -70 dBm op 5 GHz.
- Voer iPerf3 test van workstation naar server: noteer throughput en latency.
- Controleer online devices op guest-netwerk: limiteren tot X Mbps per device via controller.
- Bekijk switch PoE-utilization en zorg dat geen poort overbelast is qua vermogen.
Wij van wifiinstallateur.nl installeren en optimaliseren bedrijfspanden met een bewezen aanpak: survey, bekabelde backbone waar mogelijk, zakelijke AP’s, VLAN-segmentatie en monitoring. Heeft u een concreet project? Vraag onze check op locatie of een remote survey.
Laatste praktische tip: voer eerst een 24-uur pilot op 1 verdieping: meet dekking, concurrentie bij piekuren en VoIP-kwaliteit; pas AP-dichtheid of power aan voordat u doorgaat met volledige uitrol.