Het verschil tussen 2,4 GHz en 5 GHz wifi

Het verschil tussen 2,4 GHz en 5 GHz wifi — wifiinstallateur.nl

2,4 GHz vs 5 GHz wifi: wanneer gebruik je wat?

wifiinstallateur.nl is dé specialist voor wifi-installaties, netwerkoptimalisatie, mesh-systemen, bekabelde oplossingen en zakelijk wifi-beheer. In dit artikel leggen we concreet uit wat technisch en praktisch het verschil is tussen 2,4 GHz en 5 GHz en hoe je beide bands inzet om direct betere prestaties te krijgen.

Geen theorie alleen: je krijgt stap-voor-stap tests, instellingen die je meteen kunt aanpassen en oplossingen voor veelvoorkomende problemen bij thuisgebruik en zakelijk gebruik.

Belangrijkste verschillen in één oogopslag

2,4 GHz: groter bereik, betere penetratie door muren, meer interferentie (Bluetooth, DECT, babyfoons, magnetrons), beperkte kanaalkeuze (meestal 1, 6 en 11), lagere max-snelheid. 5 GHz: korter bereik, hogere snelheid, veel meer kanalen (inclusief DFS), minder congestie, betere prestaties bij hoge bandbreedte maar gevoeliger voor obstakels.

Concrete tip: bepaal doel per apparaat

Stap 1: Maak een lijst van apparaten (bijv. laptop voor videovergadering, printer, slimme stekker, kassasysteem). Stap 2: Zet latency-gevoelige en bandbreedte-intensieve apparaten (videoconferencing, POS, NAS-backup) op 5 GHz. Stap 3: Zet IoT-apparaten en apparaten met lage doorvoer (slimme sensoren, thermostaat, sommige printers) op 2,4 GHz. Stap 4: Gebruik een apart SSID voor IoT of een VLAN als je zakelijk bent voor veiligheid.

Concrete tip: test welke band beter werkt in jouw situatie (5 minuten)

Stap A: Log in op je router of mesh-app en maak twee SSID’s, bijvoorbeeld Huis-24 en Huis-5. Stap B: Verbind een laptop of smartphone met Huis-5, voer een Speedtest en noteer ping, download en upload. Stap C: Verbind hetzelfde apparaat met Huis-24 op dezelfde locatie en herhaal. Stap D: Doe dezelfde test op een tweede locatie (bijvoorbeeld andere verdieping of straatzijde). Analyse: hogere snelheid en lagere ping op 5 GHz in dezelfde kamer? Gebruik 5 GHz primair in die zones. Als 2,4 GHz stabieler is op afstand, reserveer dat voor verafgelegen devices.

Concrete tip: kanaalkeuze en kanaalbreedte (praktisch toepassen)

2,4 GHz: gebruik bij voorkeur kanalen 1, 6 of 11 met 20 MHz kanaalbreedte; vermijd 40 MHz tenzij je zeker weet dat de omgeving vrij is. 5 GHz: gebruik 40/80 MHz waar mogelijk voor throughput, maar controleer DFS-gedrag (AP kan korte weggetjes maken bij radardetectie). Praktische stappen: open een WiFi-analyse-app (Android: WiFi Analyzer; iOS: Airport Utility of een professionele scanner), identificeer drukke kanalen en switch handmatig in de routerinstellingen naar een minder druk kanaal. Meet voor en na met Speedtest of iperf3 om winst te kwantificeren.

Concrete tip: band steering en gescheiden SSID’s

Band steering probeert clients automatisch naar de beste band te sturen. Handig, maar soms onbetrouwbaar. Wil je zekerheid: maak tijdelijke gescheiden SSID’s (Huis-24 / Huis-5) tijdens installatie en tests. Voor productie: bij veel moderne devices is band steering OK als je kwaliteits-AP’s gebruikt; bij kritieke applicaties (kassa, videoconference, VoIP) forceer je 5 GHz of bekabeling.

Concrete tip: mesh-systemen en bekabelde backhaul

Veel mesh-systemen gebruiken één SSID en backhaul over wifi. Resultaat: als backhaul op 5 GHz zit, kan dat bandbreedte voor clients verminderen. Stap 1: als mogelijk, gebruik bekabelde Ethernet-backhaul tussen nodes; stap 2: als bedraad niet mogelijk is, configureer de mesh om 5 GHz als backhaul en 2,4 GHz voor clients, of kies een systeem dat een aparte dedicated backhaulband ondersteunt. Test: meet throughput van een client in een satellietnode met en zonder bekabelde backhaul om het verschil te kwantificeren.

Concrete tip: zakelijke eisen — capaciteit en QoS

Voor bedrijven: voer een site survey uit en bepaal gelijktijdige clientbelasting per AP. Gebruik controller-gebaseerde AP’s, VLANs en QoS om VoIP en critical traffic prioriteit te geven. Stap 1: schat het aantal gelijktijdige clients; stap 2: kies APs met voldoende radio’s en MU-MIMO; stap 3: plan overlapping van cellen voor naadloze roaming; stap 4: zet guest-netwerk afgescheiden op 2,4 GHz of 5 GHz afhankelijk van gastgedrag. Voer stress-tests met iperf3 tussen client en server om echte capaciteit te verifiëren.

Concrete tip: beveiliging en compatibiliteit

Zet minimaal WPA2-AES, bij voorkeur WPA3 waar beschikbaar. Oudere devices ondersteunen soms alleen 2,4 GHz of oude encryptie; noteer deze apparaten en overweeg netwerksegmentatie. Praktisch: in de routeradmin, maak een IoT- of legacy-netwerk met lagere rechten en beperk internettoegang voor die VLAN.

Concrete tip: snelle troubleshooting checklist

– Check of het apparaat 5 GHz ondersteunt (specs of WiFi-menu). – Maak test-SSID’s en vergelijk doorvoersnelheid per band. – Kijk naar signaalsterkte (RSSI) op de testlocatie; onder -70 dBm is 5 GHz vaak onbetrouwbaar. – Schakel tijdelijk band steering uit om klantspecifiek te testen. – Test met bekabelde verbinding om te bepalen of het een wifi- of internetprobleem is. – Update firmware van router/AP en drivers van clients.

Praktische check die je nu kunt doen: verbind een laptop in twee kamers, voer voor elk apparaat en voor beide SSID’s (2,4 en 5 GHz) een Speedtest en een iperf3-test (indien mogelijk) uit, noteer ping en throughput, kijk naar RSSI (-dBm) en beslis: 1) als 5 GHz in beide kamers >50% snellere throughput levert, zet kritieke devices op 5 GHz; 2) als 5 GHz faalt op afstand, zet daar 2,4 GHz of leg een Ethernet-kabel/Powerline/glasvezel voor backhaul.