Een wifi-heatmapanalyse geeft visueel waar het wél en niet werkt in je gebouw. Wij van wifiinstallateur.nl voeren zulke analyses dagelijks uit voor zowel ondernemers als particulieren en vertalen meten direct naar concrete verbeteracties: verplaatsen van access points, aanpassen van kanalen, of overstappen op bekabelde backhaul.
In dit artikel leg ik stap-voor-stap uit wat een heatmapanalyse is, welke tools je gebruikt, hoe je meet, welke waarden je nastreeft en welke concrete oplossingen je direct kunt uitvoeren — inclusief testprocedures die je meteen kunt toepassen.
Wat is een wifi-heatmapanalyse en waarom echt meten?
Een heatmap is een kaart van je gebouw waarop signaalsterkte (RSSI), SNR, datadoorvoer en interferentie visueel worden weergegeven. Met alleen theoretische plaatsing van access points mis je de invloed van muren, meubilair, liften en storingsbronnen. Meten voorkomt verkeerde investeringen: het toont waar extra AP’s nodig zijn, waar bekabeling essentieel is en waar mesh genoeg is.
Benodigde tools en voorbereidingen
Benodigde hardware en software: een nauwkeurige plattegrond (PNG/PDF), laptop of tablet met wifi-adapter, één vaste bedrade referentieserver (voor iPerf3), en een heatmaptool zoals Ekahau/NetSpot/Acrylic/WiFi Explorer voor professionals, of NetSpot/WiFi Analyzer voor consumenten. Zorg dat je administratieve toegang hebt tot je AP’s (controller of lokale instellingen) en noteer SSID, kanaal en transmit power van elke AP voordat je begint.
Stap-voor-stap: hoe je zelf een heatmap maakt
- Voorbereiden: zet plattegrond in tool, schaal correct (meterinstelling).
- Kalibreren: voer op één goed bereikbare referentielocatie een snelheidstest uit naar je bedrade server (zie iPerf-instructie hieronder) en voer die meetwaarde in als calibratiepunt in de tool.
- Survey lopen: loop het gebouw systematisch (gangsgewijs of raster) met de laptop/tablet en start de live-scan in de tool. Markeer exacte locaties op de plattegrond bij elk meetpunt; houd ongeveer elke 3–5 meter een meetpunt aan in open ruimtes, kleinere stappen bij veel muren.
- Registreer metadata: noteer tijd, SSID, kanaal en AP-mac bij opvallende storingen of barrièrepunten.
- Opslaan en exporteren: exporteer heatmaps voor RSSI, SNR, throughput en interferentie (soms “noise” of “overlapping BSS”).
Hoe je meet (concrete testcommando’s)
iPerf3 (aanbevolen voor throughput): zet een bedrade server neer: op server: iperf3 -s. Op meetclient: iperf3 -c SERVER_IP -P 4 -t 30 (P=parallelle streams, t=tijd in seconden). Ping-test voor latency/packetloss: op mac/linux ping -c 50 SERVER_IP, op Windows ping -n 50 SERVER_IP. Noteer gemiddelde ping, jitter (variatie in ms) en packet loss percentage.
Belangrijke meetwaarden en streefwaarden
- RSSI: streven naar minimaal -67 dBm voor goed internet en video; voor VoIP/HD video streef je naar -60 dBm of beter.
- SNR: minimaal 20 dB; 25–30 dB is ideaal voor betrouwbare verbindingen.
- Latency: <30 ms voor web/video, <20 ms voor VoIP.
- Packet loss: <1% voor normale applicaties; voor realtime communicaties <0.5%.
- Throughput: stel eisen op basis van gebruik; voorbeeld: 50 Mbps per werkplek voor videoconferencing en cloudgebruik.
Interpreteer de heatmap: concrete oorzaken en oplossingen
Rode/laag-signaal zones: meestal te weinig AP’s of te sterke demping (beton/metaal). Oplossingen: verplaats AP dichterbij, voeg bekabelde AP toe, of maak wanddoorvoeren/antennes hoger.
Hoge interferentie of overlappende kanalen (vooral 2.4 GHz): schakel over naar 5 GHz waar mogelijk; gebruik 20 MHz breedte op 2.4 GHz en kies 1/6/11; op 5 GHz kies kanalen zonder overlap en wees voorzichtig met 80 MHz tenzij nodig.
Traversal-problemen (client ‘sticky’ aan één AP): activeer of verbeter roaming-ondersteuning (802.11r/k/v), verlaag transmit power van AP’s om overlap te verminderen, of implementeer bandsteering.
Mesh vs bekabelde oplossingen — beslisboom
Als bekabeling mogelijk is: altijd de voorkeur voor AP’s met bekabelde backhaul — stabiel, hoge throughput en voorspelbare prestaties. Gebruik mesh alleen: als kabel trekken onmogelijk of te kostbaar is. Belangrijke mesh-advies: kies systemen met dedicated backhaul radio of configureer draadloze backhaul op 5 GHz/DFS-frequenties; plaats nodes in lijnen met goede zichtlijn en minstens één node per verdieping met bekabelde uplink voor performance.
Praktische optimalisaties die je direct kunt toepassen
- Verlaag 2.4 GHz zendvermogen als overlap te groot is; zet kanaal op 1,6 of 11.
- Forceer belangrijke apparaten naar 5 GHz met bandsteering of aparte SSID.
- Gebruik VLANs voor zakelijk verkeer en stel QoS/DSCP in voor real-time applicaties.
- Voor grote omgevingen: implementeer centrale controller of cloud-managed oplossing voor roaming en monitoring.
Her-testen en documenteren
Na elke wijziging: voer exact dezelfde heatmap en iPerf/ping-tests opnieuw uit en vergelijk resultaten met je baseline. Noteer AP-locaties, kanaalkeuzes, transmit power, en houd screenshots/PDFs van heatmaps als documentatie voor toekomstige audits.
Zakelijke extra’s: security en beheer
Voor bedrijven altijd: SSID-segmentatie (gast/bedrijf/IoT), RADIUS voor 802.1X, logging en alerting. Gebruik monitoringtools (SNMP/cloud dashboards) om roamingproblemen en frequente disconnects proactief te detecteren.
Veelvoorkomende valkuilen en hoe ze te testen
- Fout: meten met smartphone in broekzak. Test met apparaat in hand of op laptop en noteer oriëntatie.
- Fout: meten op drukke tijden alleen. Maak meerdere metingen op verschillende tijden (piek/laag).
- Fout: geen bedrade referentie. Zonder bedrade server zijn throughputmetingen slechts relatieve waarden; zet altijd één vaste server op bekabeld netwerk.
Checklist voor je eerste heatmapanalyse (in één oogopslag)
- Plattegrond en schaal klaargezet
- Bedrade iPerf3-server operationeel
- Tools geïnstalleerd en gekalibreerd
- Surveyroutes gepland (3–5 m tussen punten)
- Meting uitgevoerd voor RSSI, SNR, throughput en interferentie
- Wijzigingen doorgevoerd en her-test uitgevoerd
Laatste praktische check: start met één functie-eis (bijv. 4 gelijktijdige HD-videostreams), voer vóór wijzigingen een iPerf3-baseline uit op kritische plekken, implementeer één verandering tegelijk (bijv. verplaats AP of wijzig kanaal) en meet direct opnieuw — zo weet je exact welke actie effect heeft.