Hoe werkt load balancing in wifi-netwerken?

Load balancing in wifi-netwerken zorgt ervoor dat klanten eerlijk en efficiënt verdeeld worden over toegangspunten (APs), radios (2,4 GHz / 5 GHz) en zelfs meerdere internetverbindingen. Bij wifiinstallateur.nl leggen we uit hoe het werkt, welke technieken er zijn en geven we direct toepasbare stappen zodat zowel ondernemers als particulieren meteen resultaten zien.

Onderstaand vind je concrete uitleg, configuratiestappen en meetmethodes: van AP- en band-steering tot WAN-load balancing en monitoring. Geen fluff — alleen praktische acties en testbare checks die je zelf kunt uitvoeren.

Wat is load balancing in wifi-netwerken?

Load balancing verdeelt netwerkverkeer over beschikbare middelen om prestaties, beschikbaarheid en gebruikerservaring te verbeteren. In wifi-omgevingen zijn de belangrijkste niveaus:

  • AP-level: cliënten verdelen over meerdere toegangspunten.
  • Band-level: cliënten sturen naar 2,4 GHz of 5 GHz (band steering).
  • WAN-level: internetverkeer over meerdere internetverbindingen (multi-WAN).
  • Session/flow-level: sessies verdelen met routers/firewalls (per-connection of per-flow).

Soorten load balancing — praktisch en toepasbaar

  1. AP-client balancing (client steering) — controller zet regels zoals max clients per AP, minimum RSSI en roaming triggers.
  2. Band steering — dwingt (of stimuleert) dual-band clients naar de minder belaste of snellere band.
  3. Airtime fairness — voorkomt dat traag werkende clients de airtime monopolizeren.
  4. WAN load balancing — meerdere internetlijnen combineren voor throughput en failover.
  5. Layer 4/Layer 7 balancing — bepaalde toepassingen over specifieke paden (bv. VOIP over vaste verbinding, bulk over backup).

Stap-voor-stap: AP-load balancing en band steering (bedrijfsnetwerk, UniFi-achtige aanpak)

  1. Inventariseer: maak lijst van APs, SSID’s, huidige client-aantallen en RSSI-waarden per AP. Gebruik controller of Wi-Fi scanner.
  2. Configureer per WLAN:
    1. Stel “Max clients per AP” in op controller (bijv. 50 -> 30), zodat nieuwe clients naar andere APs gaan.
    2. Activeer “Band Steering” (Prefer 5 GHz) om dual-band clients naar 5 GHz te leiden.
    3. Zet “Minimum RSSI” (bijv. -70 dBm) zodat ver weg zittende clients gedwongen roam terug naar dichterbij AP.
    4. Enable “Airtime Fairness”.
  3. RF-optimalisatie:
    1. Verminder overlap op 2,4 GHz: kies kanalen 1,6,11 of centraliseer 2,4 GHz bij veel interference.
    2. Voer site survey uit en pas Tx-power per AP aan zodat coverage gelijkmatig wordt verdeeld.
  4. Monitor en fine-tune: bekijk client-distributie na 24-72 uur en verlaag/verhoog max-clients of RSSI per AP op basis van resultaten.

Stap-voor-stap: thuis/klein kantoor met mesh-systemen

  1. Start simpel: plaats hoofdunit bekabeld op modem/ router; plaats nodes waar signaal zwak is, liefst met ethernet backhaul.
  2. Activeer band steering in de mesh-app als beschikbaar.
  3. Gebruik preferentie-instellingen: stel node-maximum per client in of beperk mobiele devices op 2,4 GHz als ze vaak disconnecten.
  4. Gebruik ethernet backhaul waar mogelijk — dit geeft gegarandeerde offload van draadloze hoppen en verbetert balancing automatisch.

WAN load balancing (multi-WAN): stappen voor ondernemers)

  1. Hardware/Software: kies router met multi-WAN support (pfSense, MikroTik, Ubiquiti EdgeRouter, commerciële firewalls).
  2. Physieke aansluiting: verbind elke ISP naar een eigen WAN-poort, configureer gateway en monitoring (ping/check-gateway).
  3. Maak gateway-groepen met gewichten (bv. primaire ISP weight 100, backup 50).
  4. Stel firewall rules in die uitgaande sessies via gateway-groep sturen (policy-based routing). Voor stateful persistence kun je session affinity inschakelen zodat flows niet mid-stream wisselen.
  5. Test: start meerdere gelijktijdige flows (iperf3 -P 8) vanaf LAN naar internetservers en controleer in routergrafieken of belasting verdeeld wordt.

Concrete configuratievoorbeelden (testen en commands)

iperf3 test (server op intern netwerk of cloud):

op server: iperf3 -s
op client: iperf3 -c SERVER_IP -P 8 -t 30

Speedtest CLI (ook handig voor WAN-verdeling):

speedtest-cli --server SERVER_ID
of
speedtest

RSSI check op Windows:

netsh wlan show interfaces

Wi-Fi heatmap: gebruik Ekahau, NetSpot of gratis WiFi Analyzer-apps om dekking en bottlenecks visueel te maken.

Algoritmes en hoe je ze meet

  • Round-robin: verdeelt connecties sequentieel — test met veel korte flows en kijk of elk WAN/ AP één na één verkeer krijgt.
  • Least-connections: nieuwe sessies naar minst-belaste resource — meet met lange sessies en observeer client-count en throughput per AP.
  • Weighted balancing: elk pad krijgt proportionele load — simuleer met iperf meerdere clients met gewogen streams en controleer routergrafieken.

Monitoring en troubleshooting — concrete checks

  1. Controleer per AP: client-count, gemiddelde throughput, RSSI-distributie. Gebruik controller of SNMP MIBs.
  2. Voer walktest uit met iperf3 in lokaal netwerk en noteer re-association-punten.
  3. Onderbreek één WAN en meet failover: start downloads of VOIP-call en forceer uitval om sessiebehoud te controleren.
  4. Gebruik logs: bekijk controller events (roaming, deauth) en router firewall logs voor policy-missingen.

Veelvoorkomende problemen en directe oplossingen

  • Clients blijven plakken aan één AP: verlaag transmit power van dat AP, zet Minimum RSSI hoger (-65 tot -72 dBm) of stel max clients in.
  • Mesh nodes concurreren op backhaul: schakel ethernet backhaul in of reduceer wireless backhaul belasting door QoS voor latencygevoelige traffic.
  • WAN-balancing zorgt voor sessie-breuken: activeer session persistence of configureer specifieke applicaties naar één gateway via policy routing.
  • Legacy devices negeren band steering: overweeg SSID-splitting (2,4 GHz en 5 GHz apart) als tijdelijke remedie.

Beveiliging en QoS bij load balancing

  1. Zorg dat VLANs en firewall policies uniform zijn over alle APs en WANs, anders ontstaan routing loops en policy leaks.
  2. Prioriteer real-time traffic (VOIP, video conferencing) via QoS-queueing en policy-based routing naar betrouwbare WAN.
  3. Gebruik WPA2/WPA3 met sterke PSKs of 802.1X voor zakelijke netwerken zodat load balancing niet wordt omzeild door onbevoegde clients.

Testplan in 10 minuten — direct toepasbaar

  1. Voer baseline speedtest op een wired client (Speedtest CLI).
  2. Voer iperf3-test naar lokale server: iperf3 -c SERVER -P 8 -t 30.
  3. Lees client RSSI en verbonden AP op apparaat (netsh wlan show interfaces of WiFi Analyzer).
  4. Activeer één change (bv. band steering of minimum RSSI -70 dBm).
  5. Wandel door locatie en noteer re-association momenten en throughput per AP.
  6. Vergelijk grafieken in controller: client-distributie en airtime usage vóór en ná wijziging.

Laat wifiinstallateur.nl helpen met complexe multi-site of multi-WAN implementaties wanneer je zekerheid en garanties wilt; voor een snelle check: meet baseline wired speeds, noteer RSSI per probleemclient en voer bovenstaande 10-minuten test uit — dat geeft direct concrete aanwijzingen voor aanpassingen.

Praktische check: controleer nu één probleemclient: noteer RSSI, verbonden AP, en throughput; zet Minimum RSSI 5 dB hoger of verlaag TX-power van die AP met 2 dB, forceer reconnect en meet opnieuw — als throughput stijgt, schaal die maatregel uit.