Zo verbeter je het wifi-signaal in de woonkamer

Je wifi in de woonkamer verbeteren kan direct merkbare winst opleveren voor streamen, videovergaderen en smart-tv’s. Als wifiinstallateur.nl richten we ons op praktische, testbare stappen: meten, optimaliseren, bekabelen waar nodig en professionele inrichting voor particulieren en ondernemers.

Onderstaande checklist bevat concrete stappen, meetwaarden en oplossingen (mesh-systemen, bekabelde backhaul, netwerkoptimalisatie en zakelijk wifi-beheer) die je vandaag nog kunt toepassen.

Stap 1: Meet het huidige wifi-signaal

Doel: objectieve startwaarde vaststellen. Werkwijze:

  1. Download een Wi‑Fi-analyse app: Android → WiFi Analyzer of NetSpot; iOS → AirPort Utility (Wi-Fi-scan aanzetten), desktop → NetSpot of Ekahau HeatMapper.
  2. Meet op meerdere punten in de woonkamer: vlak bij de router, zitplek, tv-positie en hoeken van de kamer. Noteer signaalsterkte in dBm (bijvoorbeeld -40 tot -60 dBm = excellent, -60 tot -70 = goed voor video, -70 dBm of lager = problematisch).
  3. Voer een snelheidstest uit bij de router (bekabeld) en op de meetpunten draadloos: gebruik speedtest.net of een iperf3-server als je die hebt. Vergelijk downloadsnelheid en latency (ping).
  4. Maak een eenvoudig heatmap met NetSpot of teken een plattegrond en noteer dBm per locatie. Dit bepaalt of het probleem dekking of capaciteit is.

Stap 2: Optimaliseer routerplaatsing

Doel: bereik maximaliseren door fysieke aanpassingen.

  1. Zet de router centraal en verhoog (bij voorkeur op kast of muurmontage). Vermijd laag bij de grond of in een dichte kast.
  2. Houd afstand tot storingsbronnen: magnetron, babyfoon, bluetooth-speakers en grote metalen objecten. Minimaal 50 cm vrije ruimte rondom.
  3. Antennes positioneren: bij een moderne router met externe antennes, plaats ze kruisgewijs (1 horizontaal, 1 verticaal) om meerdere apparaten beter te dekken.
  4. Test opnieuw met je analysetool: noteer verbeteringen in dBm en snelheid op kritieke plekken.

Stap 3: Verminder storing en kies juiste kanalen

Doel: interferentie minimaliseren zodat meer throughput overblijft.

  1. Scan omliggende netwerken met de analyzer en kies in 2,4 GHz één van de kanalen 1, 6 of 11 met de minste buren.
  2. In 5 GHz kies een rustig kanaal en zet channel width op 20–40 MHz bij veel interferentie; gebruik 80 MHz alleen bij weinig buren en korte afstanden.
  3. Schakel onnodige draadloze bronnen uit of verplaats ze. Schakel legacy 802.11b/g-only mode uit om airtime te besparen als alle apparaten moderner zijn.
  4. Optimaliseer transmit power: verlaag bij veel buren om co-channel interferentie te verminderen; verhoog stapgewijs als kamer erg groot is. Test met dBm-doelen (idealiter -60 of beter bij gebruikerslocaties).

Stap 4: Overweeg een mesh-systeem of extra access points

Doel: gelijkmatige dekking zonder signaalverlies door hopping.

  1. Kies mesh of meerdere AP’s op basis van situatie: enkele muren en één verdieping = mesh. Veel bekabeling mogelijk = losse access points met bekabelde backhaul.
  2. Mesh-installasie stappen: 1) Plaats primaire unit bij de vaste internetmodem/router, 2) Plaats secundaire units op half afstand tussen primaire en de slechtste spots, 3) Gebruik indien mogelijk een bekabelde backhaul (Ethernet) voor secundaire units voor maximale snelheid.
  3. Bij aanschaf: kies tri-band mesh of dedicated backhaul-band als je veel streaming/gaming doet; voor zakelijk gebruik kies Ubiquiti/UniFi, Ruckus of Aruba voor beheer en schaalbaarheid.
  4. Test: meet throughput bij devices op verschillende nodes en vergelijk met directe verbinding naar de primaire unit.

Stap 5: Gebruik bekabelde oplossingen en backhaul

Doel: dramatische prestatiewinst en stabiliteit met Ethernet.

  1. Leg waar mogelijk een Cat6-kabel naar de woonkamer of gebruik een bestaand coax-netwerk met MoCA-adapters voor hogere betrouwbaarheid dan powerline.
  2. Voeg een unmanaged of liever managed switch toe (voor VLAN en QoS) en plaats een access point of mesh-node met wired backhaul. Voor lange termijn en zakelijk beheer altijd Cat6 (of beter Cat6a) en PoE‑vriendelijke AP’s.
  3. Powerline-adapters: handig als geen kabelgetrokken kan worden, maar prestaties sterk afhankelijk van huisbekabeling. Test voordat je investeert: meet latency en throughput op piekmomenten.

Stap 6: Configureer netwerkinstellingen voor prestaties

Doel: routers en AP’s optimaal instellen voor jouw gebruik.

  1. Firmware updaten: controleer router/AP firmware en update naar de laatste stabiele versie.
  2. QoS inschakelen: prioriteer videoconferentie en VoIP (DSCP of application-based QoS). Test met gelijktijdige streams of oproepen.
  3. Separate SSID’s: maak een gastnetwerk met beperkte snelheid en geen toegang tot interne resources. Voor zakelijk gebruik: VLAN’s en captive portal of RADIUS-authenticatie voor veiligheid en beheer.
  4. Controleer beveiliging: WPA3 of minimaal WPA2‑AES; geen WEP of WPA‑TKIP. Verander standaard wachtwoorden en beheerpoorten (disable remote management als niet nodig).

Stap 7: Zakelijke tips voor betrouwbaar wifi-beheer

Doel: continu betrouwbare wifi voor medewerkers en klanten.

  1. Implementeer netwerkmonitoring: gebruik tools (PRTG, Zabbix of cloud-gestuurde AP-management) om uptime, client load en channel-utilization te monitoren.
  2. Schaal met meerdere SSID’s en SSID-to-VLAN mapping; gebruik RADIUS voor medewerkers en vouchers/gastcodes voor bezoekers.
  3. Plan capaciteit: bereken gemiddeld aantal clients per AP (bedrijfs-AP’s 50–200 clients, consumenten-AP’s 20–40). Voeg AP’s toe als gemiddelde client-load > 50% van AP-capaciteit.
  4. Documenteer bekabeling, AP-locaties en kanaalinstellingen zodat troubleshooting snel gaat. Voer jaarlijks een site survey uit of bij klachten.

Snelle tests en meetmethoden die je direct uitvoert

Checklist met directe commando’s en tests:

  1. Ping-test: ping google.com – controleer jitter en packet loss; packet loss >1% is signal naar reden voor onderzoek.
  2. Speedtest: voer test bekabeld bij de router en draadloos in de woonkamer; wireless download <80% van wired betekent bottleneck in wifi.
  3. iperf3 test: bij geavanceerde test, start iperf3 server op wired machine en meet met client op wifi: iperf3 -c -t 60. Vergelijk throughput en packet loss.
  4. Signaal dBm check: idealiter tussen -50 en -60 dBm in TV/zetelpositie; lager dan -70 dBm vraagt meteen actie (plaatsing, AP extra of bekabelen).
  5. Latency test: video/voip vereist ping <40 ms stabiel; spikes boven 100 ms wijzen op congestie of interferentie.

Laat wifiinstallateur.nl je helpen met een site survey, professionele installatie van mesh-systemen, bekabelde oplossingen of zakelijk wifi-beheer. Praktische tip: loop één keer per week snel door de woonkamer met je Wi‑Fi‑analyzer (scan 2,4 en 5 GHz) en noteer veranderingen in dBm en kanaaldruk — dat detecteert nieuwe interferentiebronnen voordat ze problemen geven.